1896-11-22/28 – Fragment uit weekverslag Dennenoord
Fragment uit het weekverslag van 22 november 1896 t/m 28 november 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
- Geneeskundige dienst: Geen bijzonderheden te vermelden.
- Geestelijke verzorging: Daar er Zondag geen predikant was, werd er alleen ’s morgens leesdienst gehouden, waarbij de heer Buwalda voor ging. Woensdag kwam Ds Zahn de Stichting bezoeken en catechisatie houden.
- Dienend personeel:
- Venhuis 1: In de afgelopen week kwam de zaak Venhuis in de vergadering van het Algemeen Bestuur ter sprake. Wijl van niet geheel betrouwbare zijde werd getracht het ontslag door het Gestichts Bestuur, aan Venhuis, als niet geheel correct voor te stellen en aan de historie geweld aan te doen; en wijl van deze zaak geen volledig aaneengeschakeld verhaal in deze rapporten te vinden is, wat toch wenschelijk is. Mondeling medegedeeld in de vergadering van het Gestichts Bestuur. Allerlei klachten. Moeder Venhuis deed zich voor als eene zenuwlijderes en als een babbelachtig en onbetrouwbaar mensch kennen, wier aanwezigheid op het terrein van de Stichting niet voordeelig was. De ijver en gezelligheid van haar man, hebben mij toen evenwel weerhouden bij het Gestichts Bestuur op een spoedige beslissing en ontslag aan te dringen. Einde Juli was het vrijwel zeker dat Moeder Venhuis gravida was. Zekerheid werd daaromtrent door mij voorlopig niet verkregen, omdat ik zo weinig met haar in contact wilde komen, wijl zij mij en de mijnen bebabbelde.
- Venhuis 2: In het rapport van 23-29 werd melding gemaakt van eene epidemie van onreinheid in paviljoen 1 als gevolg van eene nalatigheid van den Huisvader Venhuis wiens beleid in het rapport van 20-26 september wederom afgekeurd werd. Den 5 October werden definitief aangesteld de overige paviljoens hoofden (Vader de Boer niet na veel aarzeling) en werd Venhuis voor den eisch gesteld aan het Bestuur zekerheid te verschaffen omtrent den toestand zijner vrouw. Toen de graviditeit van moeder Venhuis zeker was, heb ik met volle vrijmoedigheid aan het Bestuur medegedeeld dat tot definitieve aanstelling niet kan worden overgegaan, en het echtpaar Venhuis deswege Dennenoord zal moeten verlaten. Wijl op het beleid van moeder Venhuis heel wat aan te werken viel, moest wel met zekerheid worden aangenomen dat de toch reeds gebrekkig gaande huishouding door bevalling etc. geheel in de war zou raken. In geval vader en moeder Venhuis in alle opzichten flinke menschen waren geweest zou ik aan het Bestuur geadviseerd hebben eene afwachtende houding aan te nemen en te beproeven of de zaken goed bleven gaan ook onder de nieuwe omstandigheden. Bij vader en moeder Venhuis evenwel, zou ik, wanneer ontijdige bevalling van een dood kind het huwelijk kinderloos mocht blijven, het ontslag beslist gehandhaafd wensche te zien.
- Venhuis 3: Ik verplicht mij de zaak Venhuis een en ander zo juist mogelijk uiteen te zetten. Den 15 december kwam zij op Dennenoord aan en kwamen 1 januari in functie. Mijnerzijds was er tegen eene aanstelling op proef wel eenig bezwaar, wijl de vrouw zich liet ontvallen, dat zij moeilijk tegen drukte kon, maar de indruk was over ’t algemeen gunstig, zoodat zij op proef werden aangenomen; voor vast zijn ze toen niet benoemd, zoodat het voorbarig heeten moet, dat zij reeds spoedig eenig huisraad en gereedschap van de hand deden. Eenige zekerheid van de definitieve aanstelling is hen nooit gegeven, Dit kon ook niet, Het ging in het paviljoen aanvankelijk redelijk goed. Nog voor de eerste 3 maanden om waren en in de week van 8-14 maart werd Moeder Venhuis bedlegerig. In de week daarop was zij nagenoeg hersteld. Den 15e heeft Vader Venhuis een patiënt ontvangen. In het rapport van 5-11 April, dus nadat de 3 maanden van de proeftijd verstreken waren, heb ik omtrent het echtpaar Venhuis, als volgt gerapporteerd: Ook bij het echtpaar Venhuis zal het nemen eener beslissing niet gemakkelijk zijn, Hij is min of meer een zwakke, docht ijverige persoonlijkheid, alhoewel ook hij mij omtrent hem de vrees bestaat dat hij met geschikt personeel niet voldoende krachtig zal weten te leiden. Moeder Venhuis is, schoon en vriendelijk, weinig ijverig en spoedig klagend en tobbend en lichamelijk zwak. Maar tot definitief aanstellen gaf ik toen niet en durfde ik blijkbaar niet te geven. Wel gaf ik advies tot het aanstellen van Moeder Vlieg en Moeder ter Molen. De samenkomst van het Gestichts Bestuur met een of meer leden van het Centraal Bestuur tot het behandelen van deze zaak werd door tijdgebrek enz. meermalen verschoven en uitgesteld. In het rapport van 3-9 mei wordt het beleid van Vader Venhuis afgekeurd. Die o.a. meermalen een patiënt aan zijn haren had getrokken om deze te dwingen naar zijne plaats aan tafel te gaan. In de vergadering van Gestichts Bestuur.en Centraal Bestuur te Veldwijk, einde mei gehouden kwam, naar ik meen de definitieve aanstelling van het personeel niet ter sprake.
- Benoeming: Aan Moeder Hamstra is medegedeeld, dat zij door het Bestuur definitief tot Keukenmoeder is benoemd.
- Economie: Ontvangen is 100 kg rijst, 50 kg witte suiker, en 80 kg margarine. Er is nog eene wagon antraciet gearriveerd, waarmede de voorraad brandstoffen is opgedaan.
- Kantoor: De uitnodigingen tot het indienen, van monsters voor de aanbesteding van het leveren voor het eerste halfjaar de 1897 zijn verzonden. De monsters worden ingewacht voor 9 december.
- Sollicitatie: Voor de betrekking van Vader en Moeder hebben zich tot heden 6 echtparen aangemeld.
- Opname patiënten:
- Plaats gevraagd door Groningen van een man en een vrouw. Naar Veldwijk verwezen. Idem voor Woll te Borger-Compagnie voor een man. Zal bij open plaats bericht ontvangen.
- Donderdag werd de Stichting bezocht door den Off. van Justitie en den Inspecteur Dr. Lubach ten einde de 4 het laatste kwartaal opgenomen patiënten te waarderen. De heren vonden alles in goede orde en hadden niet de minste opmerking.
- Varia:
- Dinsdag tegen 4 uur wist Gemert de Wal te ontvluchten, Hij werd na een paar uur teruggebracht. Tijdens het buitenwerk was hij weggelopen.
- Zaterdagavond ongeveer 5 uur ontvluchte Stoef uit paviljoen.3. De schuld lag hoofdzakelijk bij de leerling verpleger Zwart. ’s Middags hadden Welmers en Tolsma zaaldienst gehad. Tegen schemertijd werd hij vervangen door Zwart, die blijkbaar in de meening verkeerde dat Welmers enz. de buitendeur op slot hadden gedaan. Tegen een meermalen herhaald uitdrukkelijk bevel verliet Zwart eenige ogenblikken het zaaltje voor de storenden en ging naar de keuken van het paviljoen. Toen hij terug kwam was Stoef ontvlucht. Gelukkig werden wij nog voor verdere rampen bewaard. De bekende gevaarlijke lijder Duck en Visser hadden eveneens er van gesproken om met Stoffers mee te gaan doch hadden gelukkig geen gevolg aan hun voornemen gegeven. Stoffers werd ’s avonds 11 uur per rijtuig uit Haren teruggebracht. Aan Zwart zal wegens het overtreden van een streng gebod zijn eerst komende vrijen Zondag ontnomen worden.
Door geneesheer-directeur Dr. J.H. Schuurmans Stekhoven