1896-11-30/12-05 – Reactie op voorschriften kleding
Bijlage ‘reactie op voorschriften kleding’ uit het weekverslag van 30 november 1896 t/m 5 december 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
- Am,De door u ontworpen bepalingen inzake kleeding van het verpleegpersoneel zijn door mij ontvangen. Zeer speet het mij, dat een zoo belangrijk onderwerp, dat bij aanneming bindende zou zijn voor alle 3 Gestichten, niet eerst bij alle Gestichts Bestuurs vergaderingen ter tafel gebracht en besproken is. In de vergaderingen van het Algemeen Bestuur toch is de tijd dikwijls zoo beperkt; en missen zij, die door een gewichtig voorstel worden verrast en het er niet mee eens zijn, somwijle de gelegenheid hunne gedachten en tegenvoorstellen behoorlijk te formuleren. In uw voorstel juich ik zeer de poging toe om nauwkeurig te bepalen, wat het personeel aan onderkleding enz. hebben moet, wanneer het in de Stichting aan komt. Slechts geef ik de volgende wijzigingen in overweging: Voor adspirant verpleegsters 4 borstrokken of lijfjes te veranderen in 6 borstrokken en lijfjes, 6 zakdoeken te veranderen in 12 zakdoeken ( bij verkoudheid is 8 zakdoeken per week niet genoeg); en het geheel aan te vullen met 6 handdoekjes. Voor de aspirant verplegers 6 zakdoekjes te veranderen in 12. Wat de hemdkleding der leerlingen verpleegsters aangaat, heb ik geen bezwaar tegen de hals insnede van japonnen in het zwart van een net, levendig, praktisch model, dat elk meisje dragen kan. Zonder daarmee als ‘liefdezuster” zich op de voorgrond te plaatsen. De hoed volgens model; een hoed met witte bies en sluier, moet voldoende zijn voor het uiterlijk. Ik hoop dat mij de ergernis bespaard zal worden dat de meisjes hier in zulke eene dracht steeds rondom mij te zien zijn. De ziekenverpleegsters die, zooals bij Dr.Barger ze hebben in Bethesda, nog 1 a 5 witdracht, zich een schijn van groot gewicht geven en meenen onmisbare personen te zijn en niet zoo weinigen in aantal, Ik kan inderdaad geen sympathie gevoelen voor eene in het oog vullende dracht omdat ik deze beschouw als blijk dat ze dan toch dikwerf trotsch is op haar liefdewerk en zich verheft op hare positie. Ik acht het niet denkbaar, dat zoo vele vrouwen, die niet uit godsdienstig motief of uit noodzaak aan de ziekenverpleging zich wijden, zulk eene in het oog loopende kleding zouden willen dragen, wanneer niet hare ijdelheid er door werd gestreeld. Zodat de volgende bepalingen geen ingang kunnen vinden. De leerlingen-verpleegsters en verpleegsters moeten dragen een hoed van toegestaan model, of reishoedje met platte bol, eenvoudig opgemaakt met zwart lint, zonder veeren, vogels, bloemen of verdere garnering voorts een mantel van zwart laken, met dof zwarte knoopen zonder eenige verdere garnering; voorts zwarte handschoenen, terwijl het haar …….. (onleesbaar verder)
De gediplomeerde verpleegsters dragen ’s middags de zwarte japon en ten alle tijde het insigne. De Hoofdverpleegster zouden ter onderscheiding een witte schort van enigszins slank model kunnen dragen. Voor de leerling-verplegers en verpleegsters zou ik eene dergelijken bepaling wenschen als voor de leerling- verpleegster, die een in de maatschappij ook gebruikt model met nadere aanwijzing van en opschik en vooral om slordigheid te voorkomen. Ge weet, ik ben een voorstander van opleiding en onderwijs, maar tevens ook in hoge mate afkeerig van uitwendig vertoon. Ik ben er vast van overtuigd, dat er in allerlei kringen, ook onder de dienstbode stand, nog wel meisjes gevonden zullen worden, die wel in hare manieren, vriendelijk en hoogst bescheiden in haar optreden, eenvoudig van hart en eenvoudig in harer wandel zijn; en die, zonder behoefte aan eenig schoon en met mij van uitwendig vertoon een afkeer hebbende, alleen door onderwijs, uitnemende verpleegsters worden en zullen worden geacht, in welke omgeving zij zich ook vertonen, en welke kleedij zij ook dragen mogen. Het zoeken en vinden van zulke goede elementen zal m.i. voor onze Vereniging meer waart zijn dan het toegeven aan de wenschen van enkele verpleegsters, die dan blijken gaarne op bijzondere wijze gekleed te gaan. Door zulke goede elementen zulke eenvoudige meisjes, die gaarne in echtheid haren arbeid der dienende liefde zullen verrichten, te dwingen zich in het publiek in een in te oog vullend gewaad te vertoonen, dan bederft men haar karakter en baat de Vereniging niet. Gaarne verneem ik de opinie van U omtrent mijn boven genoemd geformuleerde voorstel.
Door geneesheer-directeur Dr. J.H. Schuurmans Stekhoven