1896 – Verslag over het jaar 1896
Krankzinnigen Gesticht ‘Dennenoord’ te Zuidlaren
Namen van patiënten hieronder vermeld zijn gefingeerd. Alleen hieronder de vragen die beantwoord zijn door het Gestichtsbestuur van Dennenoord.
Verslag over het jaar 1896 geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
Veranderingen:
- In de gebouwen: Geen verandering aangebracht.
- In de tuinen of open plaatsen: Geen verandering aangebracht.
- In de bestemming van vertrekken, open plaatsen, enz.: Een deel van het terrein is aanmerkelijk verbeterd. Van den straatweg naar het administratiegebouw (HGB) werd een harde weg aangelegd. Over eene laag keien werd een laag puin en sintels aangebracht. De patiënten buitenwerkers hebben de benoodigede hoeveelheden daarvoor grootendeels getransporteerd. Voorts is eene laan aangelegd bestaande uit 4 rijen beuken en loopende van den harde weg naar de plaats waar de kerk zal worden gebouwd; benevens nog eene laan van het huis van den Geneesheer-Directeur naar de watertoren. Het gedeelte terrein tussen de watertoren en de woning van den Geneesheer-Directeur is omgewerkt en voorzien van 7 eiken met sparren en heesters en gazons. Het gedeelte tussen Hoofdgebouw, keuken, waschhuis en watertoren is herschapen in een paviljoen bestaande uit groeperingen van bloeiende heesters gewassen, gazons en enkele opgaande bomen.
- Veranderingen in de wijze van verlichting, verwarming en luchtverversching der gebouwen, in de hulpmiddelen tot brand blussching, in de waterdistributie van het gebouw en van het terrein; in de badinrichting, de inrichting van privaten, riolen, heulen, waterputten, regenbakken enz.: In verlichting, verwarming en luchtverversing zijn geen veranderingen aan gebracht. Aangeschaft zijn 5 kisten voor de brandweer, elke kist bevat eene brandslang, een standpijp, een sleutel tot opendraaien van de brandweer kranen buiten het gebouw benevens een paar lantaarns. Eene waterleiding werd aangelegd van het onrustige mannen paviljoen naar het varkenshok.
- Meubilair: Eenige uitbreiding van beteekenis vond niet plaats. Een 20 tal stoelen werd aangeschaft om des zondags gebruikt worden in de verblijfszalen van pav 1, wanner de godsdienstoefening wordt gehouden. De badkachels van beide paviljoenen voor onrustigen moesten worden gerepareerd.
- Uitbreiding der boekerij: Ten behoeve der verpleegden is op Dennenoord nog geen boekerij aanwezig. De behoefte daaraan is ook nog niet groot, omdat de meerderheid der lijders uit anderen stichtingen verpleegd, geen behoefte aan lectuur bezit.
- Andere gelegenheden tot het verschaffen van lectuur aan de verpleegden: Aan patiënten, die wel behoefte hebben aan lectuur bezitten, wordt nu en dan door het personeel of door een der beambten een boek ter lezing gegeven. Voorts circuleert regelmatig in de paviljoens eene portefeuille, waarvan de inhoud uit weekbladen, tijdschriften en brochures bestaat.
- Opzetteljjke vereenigingen tot feestvieringen, muziekoefeningen, het houden van voorlezingen: Opzettelijke verenigingen tot feestvieringen en muziekoefeningen enz. bestaan hier niet. Het aantal van het personeel, nu nog maar 4 paviljoens bestaan, is te gering dan dat eene zang vereniging mogelijk zou zijn. Wel bestaat hier eene bloeiende jongelingsvereniging, die zich ook verdienstelijk maakt door op het dorp Zuidlaren zondagschool onderwijs te geven; en er dus naar streeft ook buiten den eigen kring van het gesticht de kennis van de leer der waarheid te bevorderen. Eenige domino spelen, een paar springtouwen en een paar kaatsballen zijn in de loop des jaars aangekocht.
- Middelen van uitspanning bij het einde des jaars aanwezig: Op t’ einde des jaars waren aanwezig 8 damspelen, 8 domino spelen, 2 schaakspelen, benevens een paar kaatsballen en en springtouwen.
- Getal der verpleegden, zoowel mannelijke als vrouwelijke, die aan wandelingen en rijtoeren buiten het gesticht deel namen: Rijtoeren werden niet gemaakt. Slechts een malen strekte de wandeling der patiënten zich ook buiten het gestichts terrein uit. Getallen zijn van die keeren niet genoteerd.
Personeel:
- Verandering in het personeel en leden van het bestuur, geneesheeren en heelmeesters: Geen verandering
- Getal. aan het einden des jaars: In het observatie paviljoen voor mannen zijn werkzaam 1 echtpaar en 5 verplegers; in het dito voor vrouwen 1 hoofdverpleegster en 5 verpleegster; In het pav voor onrustige mannen 1 echtpaar en 5 verplegers in het dito voor vrouwen 1 hoofdverpleegster en 5 verpleegsters. In de linnenkamer is het linnenmeisje ook nu en dan met toezicht op de patiënten belast. die daar aan het strijken, mangelen en vouwen zijn. De bode Struiksma, die allerlei transport arbeid verricht, heeft tot zijne hulp steeds 2 a 3 verpleegden bij zich over wie hij toezicht heeft.
Behandeling:
- Veranderingen in het medico-chirurgisch instrumentarium. Geen verandering
- De algemeene gezondheidstoestand der verpleegden.: De gezondheidstoestand was over het algemeen niet ongunstig. Regelmatig, eenmaal per maand wordt het lichaaamsgewicht der patiënten opgenomen om over het al of niet achteruit gaan een oordeel te kunnen vellen.
- Bijkomende ziekten der verpeegden, mannelijke en vrouwelijke afzonderlijk: Mannen : Bronchitis 2, maagdarm cataract 3, Nefritis 1, Haemothoiden 1, Epididymitis 1, Conjunctivitis 1, Ots haematoom 1, Trauma Ma…,1, trauma capitis 1, Apoplexia cerebri 1, tandabces 1, decubitus 1, Ulcus causis 1. Vrouwen: Maagdarm cataract 8, Apoplexia ceribri 1, Favus capitis 2, Rheumatis Chronisch 2, Prolaps uteri 1.
- De genees-en zielkundige behandeling: De Stichting wordt regelmatig bezocht door Ds.Zahn de predikant der Gereformeerde kerk te Vries. Met de voor toespraak geschikte patiënten wordt door hem gesprokken en gebeden. Zijne bezoeken worden door ieder op prijs gesteld.
- De lijkopeningen: Van de 5 overleden patiënten zijn slechts op 2 op het terrein der Stichting begraven, de 3 anderen zijn huiswaarts vervoerd. Bij een van de 2 patiënten is lijkopening aangevraagd doch geweigerd.
- Getal van al de verpleegden, zoo mannelijke als vrouwelijke, die de godsdienstoefeningen in het gesticht hebben bijgewoond: Protestanten: Mannen 61 en vrouwen 45, Isreëlieten 1 man
- Getal der verpleegden, zoo mannelijke als vrouwelijke, die geschikt waren om te werken; Geschikt tot werken waren 50 mannen en 50 vrouwen. Voor allen arbeid ongeschikt waren: Ongeschikt waren 18 mannen en 11 vrouwen
- Getal der verpleegden, zoo mannelijke als vrouwelijke aan wie doorgaande of geregelde arbeid verschaft is: Arbeid is verschaft aan 44 mannen en 49 vrouwen. Aan wie hiertoe de vereischte middelen niet verstrekt konden worden: Aan 6 mannen en 1 vrouw konden de vereischte middelen niet worden verschaft.
- De voornaamste soorten van arbeid die door de verpleegden, zoo mannelijke als vrouwelijke, verricht zijn en het getal dergenen die met elke daarvan zijn bezig gehouden. Mannen: Buitenwerk 29, wasscherij 5, mattenvlechterij 4, tuinarbeid 3, huiswerk 1, verven 1, timmeren 1. Vrouwen: Linnenkamer 16, breien 12, Huiswerk 9, keukenwerk 9, naaien 3. Voor buitenwerk wordt verstaan kruien, transport van cokes, zand, steenen, enz. Voor keukenwerk wordt verstaan aardappelen schillen, vaten spoelen enz.
- Vermeerdering of verminderering der dwangmiddelen: Dwangkleeren zijn niet aanwezig. Vermeerdering of vermindering der overige dwangmiddelen had niet plaats. De afzondering kamers werden, behoudens de gevallen als gewone verblijf- of slaapkamertje gebruikt, waarbij de deur steeds open gelaten werd.
- In getallen der verpleegden, zoo mannelijke als vrouwelijk, die en voor hoelang in cellen zijn opgesloten geweest: In afzonderingskamers zijn opgesloten geweest. Bij dag eenmaal 2 mannen, zelden 1 man, bij nacht eenmaal 1 man. Vrouwen zijn niet afgezonderd geweest.
Bijzondere voorvallen; ontvluchting:
- De gevallen van ontvluchting? De ontvluchting van een viertal patiënten, 3 mannen en 1 vrouw veroorzaakte ons veel moeite.
- Allereerst zij gemeld de ontvluchting van Schoon, die eene acute manie had doorgemaakt, zeer moeilijk handelbaar bleef en zeer onaangenaam voor zijne omgeving. Wijl hij steeds zeer wantrouwen en achterdochtig was, werd gemeend, dat uit de acute ziekte een chronisch lijden zich ontwikkelen zou. Weinige dagen nadat hij een paar ruiten verbrijzeld had, ontvluchtte hij uit het tuintje voor zeer storenden. Terwijl de huisvader op een paar pas afstand van hem stond. Ofschoon deze lijder terstond achterna snelde wist hij in het dichte dennenbosch te ontkomen, en bereikte, na zich tot den avond op of het terrein schuil gehouden te hebben, in den vroegen morgen van volgende dag zijne woning. Op verzoek van de familie werd beproefd of de lijder die steeds een moeilijk karakter zou gehad hebben, thuis kon blijven. Dit bleek inderdaad het geval te zijn. Hij nam reeds spoedig zijn vroeger werk bij de hand. Volgens daarna ingekomen berichten, was de patiënt in alle opzichten als voor zijne ziekte, zoodat hij na eenige maanden afwezig te zijn geweest, als hersteld werd afgeschreven.
- Martens ontvluchtte twee malen. Lijdende aan vervolgingswaanzin, was hij op requisitoir van de off van Justitie in het Gesticht opgenomen. De eerste maal klom hij over het lage hek van het observatie paviljoen. Na eene afwezigheid van 2 dagen werd hij door de politie teruggebracht. De tweede maal ontvluchtte hij eveneens uit het observatie paviljoen. De autoriteiten werden terstond gewaarschuwd. Ondanks alle moeite door de marechaussees aangewend duurde het nog 14 dagen eer opgespoord kon worden, De familie , die den patiënt liever thuis hield, werkte blijkbaar de pogingen der politie tegen.
- Anna Kuil wist een 5 tal malen te ontsnappen, eenmaal over het hek, eenmaal uit de achterdeur, terwijl zij in de gang met huiswerk bezig was; eenmaal door de voordeur terwijl zij eveneens met huiswerk bezig was; eenmaal over het dak, wijl de zoldertrap deur door een verpleegster niet behoorlijk gesloten was.
- Bakker werd dadelijk na zijne komst op de waakzaal verpleegd. Hij verwijderde zich enige oogeblikken vrij naar het privaat te gaan, doch ging in het daarnevens gelegen bergplaatsje, dat gesloten behoorde te zijn. De lijder, die vroeger als schipper flink klimmen kon, had spoedig bespeurd dat van hieruit ontvluchting mogelijk was. Van de brandslang, die in het bergplaatsje aan de kraan vast zit, wist hij een deel van het tuimelraam door de tuinslang naar buiten door de slang aan het eene einde bevestigd was, kon hij zich laten afglijden op het platte dak boven de privaten. Toen de patiënte op den grond kwam werd hij terstond opgemerkt en nagezeten, doch tevergeefs de politie van Kampen bracht hem terug.