1905-02-09 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad
- Verpleger Drenth verloofd met een gediplomeerd verpleegster Dirkje van der Wal vraagt om in 1906 te mogen trouwen. Drenth wil graag een woning van de Stichting en wil ook patiënten houden. De geneesheer Directeur zegt, dat hij gaarne zou zien, dat er een paar woningen werden gebouwd, die gelegenheid boden om elk 3 patiënten op te nemen. Op een opmerking, dat de gezinsverpleging niet uitsluitend de verpleging bedoeld, maar ook om het huwelijk mogelijk te maken van de verplegers, en bij vermeerdering van het aantal patiënten ten huize van een verpleger, het aantal verplegers doet verminderen, dat dan patiënten kan opnemen, daar het aantal patiënten in gezinsverpleging beperkt is, wordt besloten tekening te laten maken voor een dubbele woning, waarbij gelegenheid moet gemaakt worden tot huisvesting van 2 patiënten in elk.
- Het behangsel van de bezoek kamertjes in paviljoen 1 en paviljoen 2 is losgelaten. (HGB links en rechts) Wordt voorgesteld met behang 35 ct de rol opnieuw te behangen. Aldus besloten.
- Van de coöperatieve Landbouwvereniging ‘Weddehoen’ te Goor is een schrijven ingekomen, waarin zij zich beklaagt over den jongst aangestelde Geerlings, die overhaast en niet op de meest royale manier was vertrokken, daar hij onder leugenachtige voorstellingen zich had onttrokken aan de bepalingen van het contract, dat zes weken aanblijven voorschreef, nadat de betrekking was opgezegd. De klerk J.G. Geerling wordt in de vergadering geroepen. Hij erkent in deze zaak niet te hebben gehandeld naar behoren, waarover hij zijn leed betuigd. Hij heeft echter de maatschappij niet voor ongedaan werk laten zitten. Toen hij wegging, was alles bijgewerkt tot het laatste toe. Hij verklaart zich bereid vergeving te vragen aan zijn vroegere patroon onder aanbieding van nog te willen goed maken, wat goed te maken viel. Hij zal dit schrijven bij ’t Bestuur inzenden en de secretaris zal het met begeleidend schrijven, waarin ook opmerkingen van de maatschappij aan ’t adres van de Stichting zal worden beantwoord naar Goor zenden. Geerling zelf wordt over zijn handelingen onderhouden en hem wordt gezegd, dat het vertrouwen in hem ernstig is geschokt. Van deze zijde was op zo’n haastige overkomst niet aangedrongen.
(Bron: Jan Barend de Vries)