Lentis Magazine, 4-2021
In de spiegel van de tijd
Zorgpersoneel tekort, structuur of mentaliteit?
Door Rense Schuurmans
‘Het gaat mis met de zorg in Nederland. Er wordt al te lang te veel gevraagd van degene die de zorg draaiend te houden: de zorg- en welzijnsprofessionals. Dagelijks merken zij de effecten van de personele tekorten. Het ziekteverzuim is nog nooit zo hoog geweest als nu’, staat op 10 september 2021 in een advertentie van een halve pagina in de krant, ondertekend door de vakbonden en beroepsverenigingen en veel brancheorganisaties waaronder De Nederlandse GGz. De oproep is gericht aan het demissionaire kabinet en het parlement; politiek en bestuur ‘doe hier iets aan’ is de boodschap. Enkele dagen eerder, op 4 september, staat op de voorpagina van het Dagblad van het Noorden ‘Zorg stevent af op een infarct’. De vakbonden trekken aan de bel ‘zorgpersoneel kan 10% meer verdienen als uitzendkracht. … en kunnen meer eisen stellen aan het rooster’. De werkgevers verwijzen de bonden regelrecht naar het kabinet. Ook in dit bericht wordt de oplossing verwacht van de politiek. De structuren moeten veranderen, dusdanig dat men graag in de zorg werkt, dat is de eis.
Een andere ‘mindset’
In de beginperiode van Dennenoord is het ook vaak tobben door een tekort aan zorgprofessionals. Een wezenlijk verschil is dat toentertijd een beroep werd gedaan op verandering van de mentaliteit van de potentiële medewerker. In het jaarverslag over 1908 van de Vereniging waarvan Dennenoord deel uitmaakt staat geschreven dat ‘goede verplegers en verpleegsters moeilijker zijn te krijgen dan geld’. Dit heeft alles heeft volgens de Vereniging te maken met in modern jargon een mindset, waarin minachting voor het werken met krankzinnigen centraal staat. Dit komt omdat bij ‘de lieden’, het materiële gewin belangrijker is dan de zorg voor ‘de ziel’. De Vereniging stelt dat deze zienswijze volkomen onterecht is; zij definieert de zorg voor krankzinnigen als hoogstaande en eervolle arbeid. Niets is waardevoller dan zorg voor de mens in geestelijke nood, althans volgens de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Nederland.
De vraag kan worden gesteld of deze stelling in de huidige tijd nog aan de orde is. En zo ja, bij wie?
Personeelstekort, of niet?
Een personeelstekort kan leiden tot het niet kunnen verlenen van de gevraagde zorg is een veelgehoorde opvatting. We kennen in de huidige tijd de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Tv-beelden en commentaar vertellen schrijnende verhalen. De veronderstelling is dat niet meer bedden of gebouwen de oplossing kunnen brengen maar dat dit moet komen van het aanstellen van meer medewerkers. Wie nu leeft kan de indruk hebben dat dit probleem typerend is voor de huidige tijd, waarin door een zakelijke benadering en schaarste leniging van de menselijke noden in het gedrang kan komen. Een kleine duik in de geschiedenis van de psychiatrische zorg maakt zichtbaar dat de beleving van een tekort aan professionele medewerkers niet is voorbehouden aan de huidige tijd. Zo wordt in het jaarverslag van Dennenoord over 1962 in niet mis te verstane bewoordingen geschreven: ‘het is verontrustend dat het tekort aan psychiaters en verpleegsters nog altijd grenzen stelt aan de uitvoering van die taak’; gedoeld wordt op het bieden van adequate zorg aan degenen die dat nodig hebben. In die jaren ging het over het opnemen van alle mensen uit de samenleving die voor ‘psychiatrische observatie, verpleging en behandeling in aanmerking komen en niet elders een betere verzorging kunnen vinden’. In de tegenwoordige tijd wordt gedoeld op het bieden van zorg in de eigen leefomgeving. Gelijk is de beleving van schaarste die toen en nu leiden tot de gedachtegang dat de hulpverlening niet iedereen die het nodig heeft met de beschikbare personele middelen kan bedienen. De oplossing wordt eerder gezien in meer medewerkers dan in het anders inzetten van de aanwezige middelen. Dit is begrijpelijk, want meer van hetzelfde voelt vertrouwd, terwijl anders onzeker is in uitvoering en resultaat.