Header - Personeelskrant DNO

1974 – Jaarverslag O.R.

01 – Voorwoord

Het tweede jaarverslag van de ondernemingsraad van ons ziekenhuis ligt voor u. Hierin wordt verantwoording afgelegd over de wijze van funktioneren van deze raad.
Ik meen te kunnen stellen, dat in dit jaar er een duidelijker inzicht is ontstaan op de taakstelling, al is een ervaring van 2 jaar nog maar vrij kort.
Er kwamen meer problemen van algemene aard aan de orde, het overzicht over het totaal van het ziekenhuis nam toe. En dit mag als een grote winst worden aangemerkt. Ik hoop dat mee door dit jaarverslag de belangstelling voor het werk, dat in de ondernemingsraad wordt verricht, zal toenemen.

G.D. Schroor

02 – Overzicht van de samenstelling

03 – Het vergaderen

D’r wordt heel wat afgepraat in dit ziekenhuis.
Ook de ondernemingsraad heeft daar aan bijgedragen door te vergaderen op:

  • 31 januari 1974
  • 19 februari 1974
  • 28 februari 1974
  • 8 maart 1974
  • 28 maart 1974
  • 25 april 1974
  • 29 mei 1974
  • 20 juni 1974
  • 29 augustus 1974
  • 2 september 1974
  • 26 september 1974
  • 31 oktober 1974
  • 14 november 1974
  • 19 december 1974
  • 6 februari 1975

(De laatste vergadering hoort hier bij, omdat werd besloten, het jaarverslag te schrijven na een zittingsjaar i.p.v. een kalenderjaar).
In 4 van deze vergaderingen konden allen aanwezig zijn, terwijl alle vergaderingen (m.u.v. 28 maart 1974) door de voorzitter werden geleid.
Op 19 februari 1974 werd in de kleine gehoorzaal van het Vormingscentrum een z.g. ‘open’ O.R.-vergadering gehouden, bedoeld om het personeel de gelegenheid te geven, met de O.R. van gedachten te wisselen over de gang van zaken in het verslagjaar 1973. Slechts 5% van het personeel bleek in deze geïnteresseerd te zijn.
In de vergadering van 28 maart 1974, was de adj.-direkteur personeelszaken aanwezig, ter bespreking van een door hem geschreven nota introduktie nieuw personeel.
In de vergadering van 29 mei 1974 was de ekonomisch adj.-direkteur aanwezig om een toelichting te geven op de begroting.
In de vergadering van 20 juni 1974 en 19 december 1974 waren als bestuursleden aanwezig, resp. de heren Postema en De Jong.
Alle vergaderingen werden gehouden in de koffiekamer van het Hoofdgebouw, meestal op donderdagmorgen.
Op de maandagmiddag, voorafgaande aan de donderdag waarop de O.R.-vergadering was gepland, werd in het opleidingscentrum een voorvergadering gehouden, waarbij de heer Nieuwland als gespreksleider optrad.

04 – Onderwerpen

Naast de gebruikelijke zaken als notulen, resumé, mededelingen, ingekomen stukken enz., hield de O.R. zich bezig met:

  • de aanstelling van een bedrijfs-maatschappelijk werker;
  • het gemengd wonen in de flats;
  • de perikelen rond het vorige jaarverslag;
  • de afdeling Inkoop;
  • de werkwijze in de kreatieve therapie;
  • de betrokkenheid bij de totstandkoming van de begroting;
  • het funktioneren van het personeelscentrum;
  • de situatie op het kerkhof;
  • de boycot outspan-aktie;
  • de verzekeringen;
  • de uitwisseling van notulen;
  • de dienstkleding;
  • de brandweerregeling;
  • het Masterplan;
  • het aftreden van nagenoeg alle O.R.-leden;
  • de nota Kommunikatie en Overlegstruktuur;
  • het funktioneren van de Technische Dienst.

05 – Vorming en scholing

Kon in het vorige verslag melding worden gemaakt van twee scholings-bijeenkomsten, in het afgelopen verslagjaar kwam het er (helaas) niet van.
Niet ‘omdat we het nu wel weten’, maar omdat het niet mogelijk bleek te zijn, er gezamenlijk 2 à 3 dagen voor uit te trekken. Ook nu bleek weer (evenals het eerste jaar), dat het voor sommigen moeilijk is, de nodige tijd vrij te maken voor het O.R.-werk.
Hopelijk zullen we in de komende zittingsperiode hiervoor toch tijd weten te vinden, omdat er naast een goede inzet, toch ook kennis nodig is.

06 – Resumé en notulen

Van 15 vergaderingen in een verslagjaar, moeten 15 resumé ’s en 15 maal notulen worden gemaakt.
Het samenstellen van een resumé, wat enerzijds kort (leesbaar) is en waar anderzijds voldoende in staat, is een klus van vele uren.
Aan de hand van tijdens de vergadering gemaakte aantekeningen, komt het resumé op de band. Deze band gaat naar de voorzitter voor korrektie op feitelijke onjuistheden, waarna uitwerking en verspreiding volgt.
Deze verspreiding gaat in een oplage van ruim 200 eksemplaren over Dennenoord; 15 vergaderingen à ruim 200 eksemplaren van gemiddeld 3 vellen, geeft ruim 10.000 vellen papier. Daarnaast komt ieder resumé in het personeelsblad.
En nog zijn er mensen die zeggen, dat er wat meer aan publiciteit gedaan zou moeten worden.
De uitwerking en verspreiding van één en ander was tot 29 augustus 1974 bij mejuffrouw Van het Hof in goede handen. Gelukkig bleek haar opvolgster, mejuffrouw Huizenga in staat en bereid, haar op voortreffelijke wijze te volgen.

07 – Ingestelde kommissies

  • Van de door de O.R. ingestelde Kommissie Arbeids- en Dienstvoorwaarden, kan worden gezegd dat ze aan haar doel beantwoordt. De heer Bouma (aftredend per januari 1975) werd weer benoemd, terwijl in de vakature, ontstaan door vertrek van de heer H. de Graaf werd benoemd mejuffrouw W. Brugge.
  • Het funktioneren van de Jongerenkommissie laat nog te wensen over. Enerzijds is er weinig of geen inbreng van de jongeren, anderzijds is de taak van de Jongerenkommissie nogal beperkt en deze twee gegevens roepen de vraag op of doorgaan nog zinvol is.
  • De Agendakommissie werd uitgebreid in die zin, dat aan de vaste kern van voorzitter en sekretaris een steeds wisselende ‘derde’ werd toegevoegd.
  • Ter voorbereiding van de verkiezing per 15 maart 1975, werd een kommissie ingesteld, bestaande uit mevrouw De Heer en de heren Bouma en Oving. Zeer veel werk is door dit drietal verricht, om de verkiezing volgens de wettelijke en plaatselijke bepalingen te doen verlopen.

08 – Samenvatting

Het afgelopen verslagjaar was voor de O.R. het tweede jaar van zijn bestaan. In zo ’n tweede jaar mag van z.g. kinderziektes eigenlijk geen sprake meer zijn. Dat zou kunnen betekenen, dat alles wat (nog) niet goed was, aan andere faktoren moet worden toegeschreven.
Natuurlijk blijft het funktioneren van een O.R. mede afhankelijk van de inzet en de mogelijkheden van ‘gewone’ mensen. Mensen met verschillende opleidingen, visie, achtergrond, inzicht, enz. Toch zijn deze ‘gewone’ mensen bereid geweest, er iets van te maken.
Zo heeft het afgelopen jaar zich (in gunstige zin) duidelijk onderscheiden van het eerste jaar.
We mogen konstateren, dat het O.R.-werk iets meer ‘diepgang’ heeft gekregen. Dat is uiteraard geen zaak om trots op te zijn, maar wel mogen we de hoop uitspreken dat deze ontwikkeling verder voortzet. Aan deze voortzetting zullen weer andere mensen werken dan in het afgelopen jaar het geval was, omdat aan het einde van dit zittingsjaar afscheid moest worden genomen van:

  • Mej. J.H. Drost
  • he. W. v.d Berg
  • Hr. E. Bergsma
  • Hr. P. Kram
  • Hr. L. Oosting

Natuurlijk waren ze niet onmisbaar, maar toch had ieder een ‘eigen’ inbreng en op grond daarvan, waren ze onvervangbaar.
Immers hun opvolgers zullen het weer ‘anders’ doen en dat betekent weer aan elkaar wennen en op elkaar inspelen. Een woord van dank aan deze afgetreden O.R.-leden is hier dan ook op z’n plaats.
Verder moest de O.R. in dit jaar afscheid nemen van mej. S. v.d. Meer en de heer G. Timmer.
De laatste werd niet vervangen, gezien de korte tijd die er lag tussen vervanging en verkiezing, terwijl de plaats van mej. Van der Meer werd ingenomen door de heer W. v.d. Berg. Met hem was de A.B.V.A in de O.R. vertegenwoordigd en daarmee is het aantal vertegenwoordigde vakbonden tot drie gestegen.
Wat er in de O.R. ook fout mag zijn gegaan, de relatie tussen deze bonds-vertegenwoordigers was gewoon goed. Hopelijk kan dit in de toekomst zo blijven.
Verder willen we hier memoreren het overlijden van de voorzitter van het Stichtingsbestuur, wijlen de heer Smallenbroek. Zij visie op de O.R. was, dat het de vrucht was van een Christelijk-sociaal denken, hetgeen gestalte moest krijgen in harmonieus overleg en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken.
Helaas kon en kan niet ieder die mening delen, maar bij de leden van de O.R. was hij om deze visie zeer gewaardeerd. Mogelijk is het feit, dat deze visie niet door ieder is overgenomen, de reden geweest dat sommige O.R.-leden besloten niet in de nieuwe raad terug te keren. Gelukkig is het, mede door bemiddeling van een N.C.B.O.-funktionaris, mogelijk gebleken om ook dit geschil te overwinnen en toch samen verder te gaan.
In de wetenschap dat het nieuwe altijd voortkomt uit het oude, gaan wij toch wel met enig vertrouwen beginnen aan een nieuwe zittingsperiode van de O.R. met als doel, het personeel vertegenwoordigende, overleg te plegen over het welzijn van dit ziekenhuis.

Zuidlaren, april 1975
H. Zuidersma
sekretaris

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.