Dennenoord en WOII

1938

1939

1940

  • 1940-01-24 – Voeding personeel
  • 1940-02-01 – Berichtkaarten voor het Informatiebureau van het Ned. Roode Kruis
  • 1940-02-27 – Fragment uit notulen vergadering Geneesheeren-Directeur:
    • 1. Opening. Aanwezig de geneesheeren-directeur van de Stichtingen en de hoogleeraar-directeur van de Valeriuskliniek. Woord van welkom, in het bijzonder tot den heer Bouman, voor het eerst aanwezig als geneesheer-directeur van ‘Vogelenzang’ en feliciteert Dr. van Andel met diens herstel. De Voorzitter herinnert aan de in Augustus 1939 uitgebroken oorlog en aan de mobilisatietoestand, waaruit allerlei moeilijkheden, ook voor onze Stichtingen voortvloeien. Deze zaken tesamen, met gebrek aan opdrachten van het Centraal Bestuur, zijn redenen, waarom pas nu weer een vergadering staat gehouden te worden.
    • 4. Ingekomen stukken.
      1. Brief 8/55 d.d. 24 Jan. 1940 van het Centraal Bestuur betreffende de voeding personeel, met verwijzing naar een in December 1931 door een commissie, in opdracht van het Centraal Bestuur, uitgebracht rapport over de voeding op onze Stichtingen. De voeding van het personeel (en ook van de patiënten) wordt over het geheel voldoende geacht. De voeding kan niet precies gelijkgeschakeld, omdat op elke elke Stichting met bijzondere factoren gerekend moet worden. Van veel belang is de kwaliteit van het brood. Een eigen bakkerij, waardoor mogelijkheid geboden wordt, versch brood van goede kwaliteit te kunnen geven, is van meer belang dan de belegging; zelfs de behoefte aan belegging wordt veel geringer. De hoeveelheid van belegging goed voor 2 à 3 boterhammen voor het personeel is voldoende, maar wel is van belang te letten op variatie. De belegging moet niet ontaarden in steeds meerder gebruik van zoetigheden als hagelslag en jam. De worstbelegging gaf in een paar gevallen aanleiding tot klachten. Op één Stichting gaf de contrôleproef als resultaat te veel meel en op een andere Stichting, mo est een vrij groote partij als ondeugdelijk teruggezonden worden. De wenschelijkheid van een eigen centraal-keuringstation met een apotheker als leider, wordt naar voren gebracht, maar de meesten zijn van meening, dat voor een Stichting de beste oplossing is, een eigen slagerij te bezitten, zoowel voor de belegging van de boterham, als voor de kwaliteit van het middageten. Voor de samenstelling van het middageten wordt nog eens gewezen op het groote belang van een goede keukenjuffrouw. Het antwoord op de ons gestelde vraag, of verbetering in de voeding onvoldoende geacht moet worden, luidt: neen. Ten overvloede kan gezegd, dat nòch bij eenige directie, nòch bij eenige insectie-commissie, klachten over de voeding zijn binnengekomen.
    • 5. Invaliditeitsuitkeering. Aan de orde komt de vraag van een der geneesheeren-directeur, over de mogelijkheid van invaliditeitsuitkeering aan personeel, dat in een tbc-afdeeling gewerkt heeft en wegens een tbc-aandoening, volgens de ziekteregeling ontslagen mo et worden. Deze vraag betreft personeel, dat vóór plaatsing op een tbc-afdeeling, in het bezit is van een positieve Pirquet, bij doorlichting en keuring geen enkele afwijking vertoont en volkomen gezond geacht moet worden. Volgens de thans geldende bepalingen wordt als regel na een half jaar ziekte ontslag gegeven, zonder dat in invaliditeitspensioen is voorzien. Alle leerlingen, of gediplomeerden niet in de formatie, vallen hier zeker onder. De vergadering is van oordeel, dat bij tbc in overleg met het Centraal Bestuur, elk geval op zichzelf beoordeeld en zoo lang mogelijk de verzorging en verpleging behartigd moet worden. De erkenning in en door den dienst behoort niet te geschieden; tenslotte is het verpleegstersberoep een taak met risico, terwijl het verband nooit met absolute zekerheid te bewijzen is. Officieel moet men niet vastleggen. Natuurlijk is men verplicht maatregelen te nemen in de Stichting, door de patiënt(e) zoo veel en zoo vroeg mogelijk in een aparte afdeeling onder te brengen en een stevige medische contrôle op het personeel uit te oefenen (bloedbezinking! doorlichting! enz.) De eindconclusie is dat, hoewel het gevoel er soms tegen op ko mt, geen mogelijkheden gezien worden, invaliditeitsuitkeering te geven aan personeel, dat in tbc-afdeelingen gewerkt heeft en wegens een tbc-aandoening volgens de ziekteregeling ontslagen moet worden.
    • 6. Rondvraag. Door een der aanwezigen wordt de opmerking gemaakt, dat het kwantum suiker, dat aan personeel en patiënten verstrekt wordt, van 100 gram voor thee en koffie, wel als zeer weinig aangemerkt moet worden. Slechts een der aanwezigen, zou in de gegeven omstandigheden de hoeveelheid willen vermeerderen.
  • 1940-05-10 – Leden van de huisbrandweer
  • 1940-05-10 – Bijlage leden van de huisbrandweer
  • 1940-05-10 – Openbare bekendmaking Luchtbescherming
  • 1940-05-10 – Openbare bekendmaking Luchtbescherming.2
  • 1940-10t/m12-05 – Oorlogshandelingen
  • 1940-05-21 – Bewegingsvrijheid van het personeel
  • 1940-06-11 – Toelichting openbare bekendmaking Luchtbescherming
  • 1940-07-13 – Bezetting wachtpost in de Watertoren
  • 1940-07-22 – Geen nachtslot wegens luchtgevaar
  • 1940-08-05 – Bezetting wachtpost in de Watertoren
  • 1940-09-10 – Bezetting wachtpost in de Watertoren
  • 1940-10-08 – Verduisteringsvoorschrift
  • 1940-10-8t/m14 – Personeel door tuberculose aangetast
  • 1940-10-24 – Fragmenten uit notulen vergadering Algemeen Bestuur:
    • 1. Opening. De Voorzitter opent de vergadering, leest Ps. 102:1-16 en verzoekt Ds. Sikkel voor te gaan in gebed. Vervolgens wijst hij er op, hoeveel er veranderd is, sedert wij het laatst in vergadering bijeen waren. Een zee van ellende heeft zich over ons volk uitgestort, en het leed, dat wordt geleden neemt met den dag toe. Onze vrijheid, dat kostelijke, eeuwenoude goed, is ons ontnomen. Terwijl de overweldiging van ons land ons ten zeerste smart, moeten wij, in wat over ons kwam, de kastijdende hand Gods erkennen en ons verootmoedigen over onze zonde, ook als het volk van Nederland. En het verder maar vertrouwend in Zijn handen stellen, wetend, dat Hij de Almachtige is, die niet zal begeven en die niet zal verlaten, die op Hem betrouwen. Wij zien gelukkig allerwege ons volk zijn veerkracht herwinnen, doch blijvend zal dit alleen kunnen, wanneer wij ook als volk uit dat besef leven. Gaan wij ook als Vereeniging de toekomst niet zonder zorg tegemoet, tot dusver hebben wij nog veel reden tot dank. Slechts een lid van het personeel is gesneuveld, terwijl het lot van een anderen jongeman nog onbekend is. Onze Stichtingen zijn voor het oorlogsgeweld gespaard gebleven en de verpleging der lijders en lijderessen, die aan onze zorgen zijn toevertrouwd, kon ongehinderd voortgang hebben. Dank zijn wij verschuldigd aan het personeel voor de wijze, waarop het zijn arbeid blijft vervullen. Inzonderheid de Geestelijk-Verzorgers hebben thans een moeilijke en verantwoordelijke taak. Echter kunnen ze daarbij steun vinden in het Woord van God, dat wij allen zonder twijfel in deze moeilijke dagen beter hebben leeren verstaan en waarop zij de menschen in hun moeilijkheden ook telkens weer zullen moeten wijzen als het eenige, wat werkelijk houvast biedt. Ook den Stichtingsbesturen bidt de Heer van Baren wijsheid toe bij de leiding der Stichtingen. Ons aller oog zij gevistigd op God; het is nu de tijd de beloften van Zijn Woord aan te grijpen. God bewaart Zijn werk en doet Zijn Rijk komen; vergunne Hij ons op het terrein der Christelijke barmhartigheid in vrijheid en ongehinderd Zijn medearbeiders te blijven.
    • 6. Verordening van den Rijkscommissaris, betreffende bijzondere maatregelen op administratief-rechtelijk gebied. Overheidspersoneel van Joodschen bloede. Op grond dezer verordening en gevolggevend aan een ciculaire van den Secretaris-Generaal, Waarnemend Hoofd van het Departement van Binnenlandsche Zaken, hebben Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland tot ons het verzoek gericht, dit College een opgave te doen toekomen van personen van joodschen bloede, behoorende tot het bestuur of personeel der Vereeniging. Het is volstrekt niet zeker, of inderdaad een Vereeniging als de onze, onder de verordening valt. Die kans bestaat er alleen, wanneer zij zeer ruim wordt geïnterpreteerd. Vooralsnog bestaat er geen aanleiding, de gevraagde opgave te verstrekken naar het oordeel der vergadering. Inmiddels zal de Heer Donner deze kwestie aan de orde stellen in de Contact-Commissie uit de Protestansch-Christelijke Organisaties op politiek-, sociaal-economisch-, cultureel- en charitatief terrein.
    • 8. Mededeelingen. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen:
      • a. Onze Stichtingen hebben door de oorlogshandelingen gelukkig geen schade opgeloopen, terwijl van het onder de wapenen geroepen personeel alleen de klerk 1e klasse W.Th. Coppij van Dennenoord te Rotterdam voor het vaderland is gesneuveld.
    • 9. Rondvraag.
      • b. Brandstofpositie. De van Heemstra informeert naar de brandstofpositie der verschillende Stichtingen. Het blijkt, dat deze bevredigend is, voorzoover met cokes wordt gestookt. De voorziening met industrienootjes laat echter te wenschen over; vooral een Stichting als Vogelenzang, die vrijwel niets anders gebruikt, is hierdoor gedupeerd. Dezer dagen is echter bericht ontvangen, dat een schip met 340 ton in Born is geladen.
      • c. Niet begroote uitgaven. Naar aanleiding van een opmerking van den Heer van Heemstra over vrij belangrijke uitgaven, die ten behoeve der verduistering moeten worden gedaan, uitgaven, waarvoor in de begrooting geen gelden zijn uitgetrokken, merkt de Voorzitter op, dat inderdaad de Stichtingen in deze tijden voor onvermijdelijke uitgaven komen te staan, waarvoor niet altijd van tevoren sanctie kan worden gevraagd; hij vertrouwt echter, dat in dergelijke gevallen hiervan achteraf mededeeling zal worden gedaan. Voorts vestigt hij er de aandacht op, dat ook in 1941 de grootst mogelijke soberheid moet worden betracht. Dit geldt niet alleen ten aanzien van de exploitatie uitgaven, doch ook voor de uitgaven, die ten laste komen van den kapitaaldienst. De liquiditeit is nog zeer onbevredigend en daarom moeten wij het geld zooveel mogelijk in kas houden. Bij het indienen van voorstellen dienen de Stichtingsbesturen hiermede rekening te houden.
      • d. Geestelijke verzorging. De Geestelijk-Verzorgers brengen desgevraagd rapport uit over hun arbeid. Aanleiding tot het maken van bijzondere opmerkingen is er over het algemeen niet, alleen wordt het houden van bidstonden en het geven van ontspanningsavonden bemoeilijkt, doordat het niet mogelijk is de kerkgebouwen te verduisteren. Overwogen wordt de cursuslokalen hiervoor te bestemmen, doch deze zijn meestal voor het beoogde doel niet groot genoeg. Ds. Ringnalda kan tot zijn blijdschap, voor zoveel Veldwijk betreft, gewagen van verhoogde behoefte tot gezamenlijk gebed. Op de overige Stichtingen valt hiervan helaas niet veel te bespeuren. Zelfs is op een Stichting als Wolfheze, de eenige, waar het kerkgebouw wel verduisterd is, de opkomst voor de bidstonden ook van de zijde van het vrouwelijk personeel aanzienlijk verminderd. Een bijzondere oorzaak kan Ds. Bech hiervoor niet aangeven; er is voor de bidstonden op Wolfheze, zooals bekend, nooit veel animo geweest en de verhouding tot de plaatselijke kerk heeft altijd te wenschen overgelaten. Verder legt het Vereenigingsleven zeer veel beslag op den tijd der menschen.
  • 1940-10-29 – Personeel door tuberculose aangetast
  • 1940-12-13 – Gedenkplaat wijlen W.Th. Coppij
  • 1940-12-24 – Gedenkplaat wijlen W.Th. Coppij
  • 1940 – Fragment uit Rapport Stichtingsbestuur van Dennenoord over 1940:
    • b. BIJZONDERE GEBEURTENISSEN.
      • Op den 1sten Pinksterdag sneuvelde bij een luchtbombardement van het Maasstation te Rotterdam de klerk 1e klasse van het Administratiekantoor: W.Th. Coppij, oud 35 jaar.
    • c. BIJZONDERE LUCHTAANVALLEN.
      • Geene.
    • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
      • Moeilijkheden, rechtstreeks in verband staande met den oorlog, zijn niet voorgekomen.
      • De distributie gaf wel zorgen en vroeg veel tijd en inspanning van den economischen dienst, maar verliep overigens vlot. Van meerde zijden werd groote tegemoetkoming ondervonden.
      • Omstreeks 3 Juni keerden alle gemobiliseerden (behalve de bovengenoemde klerk) in volkomen welstand uit de militaire dienst terug.
  • 1940 – Jaarverslag fragmenten

1941

  • 1941-01-09 – Fragment uit notulen van de Vergadering van het Algemeen Bestuur:
    • Rondvraag.
      1. Ds. Kreyt vraagt eenige inlichting over den stand van zaken met betrekking tot de afgifte der zoogenaamde Jodenverklaring, welke door den Hoofd-Administrateur wordt gegeven.
  • 1941-09-16 – Uitnodiging lunch Vergadering Algemeen Bestuur
  • 1941-10-02 – Brief Dr. Wetter – Vordering Noorder Sanatorium
  • 1941-11-04 – Luchtbeschermingsdienst
  • 1941-11-10 – Toegang terrein
  • 1941 – Fragment uit Rapport Stichtingsbestuur van Dennenoord over 1941:
    • b. BIJZONDERE GEBEURTENISSEN.
      • De 26ste September werd het Noorder Sanatorium gevorderd ten behoeve van de Duitsche Weermacht. In de namiddag van 1 October was het gebouw door ons ontruimd. Van de 44 mannen-patiënten keerden 5 zgn. van verlof terug naar de gestichtsafdeeling en werden 3 in deze afdeeling in bewaring gesteld. Van de 51 vrouwen-patiënten keerden 2 zgn. van verlof terug en werden 14 in bewaring gesteld. De pav. 1 en 2 (links en rechts van het Administratiegebouw) werden ingericht als open afdeeling (als zoodanig waren zij ook reeds in gebruik vóór de opening van het Noorder Sanatorium op 1 October 1935). Zij bieden plaats aan 36 m. en 36 vr. patiënten. De patiënten tevoren verpleegd in de pav. 1 en 2 werden overgebracht naar afdeelingen in de pav. 4, 7, 15 en 16. Geen enkele patiënt behoefde overgeplaatst te worden naar een andere inrichting, evenmin keerden patiënten vóórtijdig naar huis terug. Het verplegend personeel uit de pav. 1 en 2 werd tijdelijk gehuisvest in de (vanaf 1 September leegstaande) woning van Drs. van der Borgh. Tegen het einde van het jaar werden ook zij verdeeld over andere paviljoenen. Op 24 October werd ook nog de woning van de Geneesheer-Directeur gevorderd. Deze betrok met zijn gezin tijdelijk het leegstaande huis, dat vóór Juli 1939 bewoond werd door Drs. Bouman. Ten slotte werd eind October nog beslag gelegd op een gedeelte van het Molenmeer (de weide tegenover de woning van de Geneesheer-Directeur).
    • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
      • 3. In geleidelijk toenemende mate ondervond de Stichting de moeilijkheden van de beperking van het verkeer per bus, auto en spoor. De voedselvoorziening en brandstoffenvoorziening waren het geheele jaar door voldoende. Het bezit van eigen boerderij (met gemengd bedrijf), moestuin, bakkerij en slagerij geeft vooral in deze tijd groote voordeelen.
      • 4. In Augustus werden personeel en patiënten systematisch röntgenologisch onderzocht op tuberculose. Dr. P. Brouwer, Directeur van het Districts-Consultatiebureau (uitgaande van de Drentsche Vereeniging tot bestrijding der tuberculose) heeft te zamen met Drs. Speelman (die 7 maanden lang één dag per week in het Academisch Ziekenhuis te Groningen bij Dr. Keijser heeft gewerkt en thans één dag per week werkzaam is op het Consultatiebureau te Assen) 1263 doorlichtingen verricht. Bij 9 mannen en 8 vrouwen werd de reeds gestelde diagnose bevestigd. Bij 7 mannen en 5 vrouwen werd een niet vermoedde t.b.c. ontdekt. Bij 4 van de 7 mannen ging het zelfs om zware gevallen, één van de 5 vrouwen was eveneens ernstig. Bij het personeel werden geen nieuwe gevallen aan het licht gebracht. Aan het einde van het jaar waren totaal aanwezig 451 mannen. Daarvan waren lijdende aan t.b.c. 13 mannen (2.8%) Totaal waren aanwezig 535 vrouwen, waarvan 16 lijdende waren aan t.b.c. (2.9%). Verder waren in dienst 195 verpleegsters, waarvan 5 lijdende waren aan t.b.c.. Van het overige vrouwelijke personeel was lijdende aan t.b.c. 1 linnenmeisje. Onder het mannelijk personeel kwam geen t.b.c. voor.

1942

1943

1944

1945

1945.00 – Het luik in het schuurtje wat toegang gaf naar het onderduikershol ‘het Wilhelminahuis’. Velen hebben dankzij fam. ten Haaf, die woonachtig waren in de bijbehorende woning, hun leven te danken. De hond Leo, lag bovenop het luik, wat maakte dat de bezetter niet in de buurt kwam.

1945.00 – Het onderduikershol ‘het Wilhelminahuis’.

31-08-1945 – Oostermoer – Bevrijdingsfeest Zuidlaren

 

 

1946

Overige data

8 mei 2013 – Franeker courant – In fergetten skiednis over PZ Franeker

19 mei 1994 – Nieuwsblad van het Noorden

23 februari 2013 – Dagblad van het Noorden

27 maart 2013 – Dagblad van het Noorden

24 februari 2018 Dagblad van het Noorden

31 januari 2018 – Oostermoer – Echtpaar Ten Haaf verdient erkenning voor verzetsdaden

4 juli 2018 – Oostermoer – Munitie in omgezaagde eik

27 februari 2019.01 – Oostermoer – Amherst 2019: Zuidlaren eert Canadese bevrijders.

27 februari 2019.02 – Oostermoer – Tweede Wereldoorlog kostte 290 ‘Zuidlaarders’ het leven

6 maart 2019.01 – Oostermoer – Pop-opmuseum verrijst in Zuidlaren

24 april 2019 – Oostermoer – Laatse bijeenkomst historiche vereniging over verzet Zuidlaren

1 mei 2019 – HS krant – Goff Miedema brengt derde boek uit over Tweede Wereldoorlog in Zuidlaren

1 mei 2019 – Oostermoer – Goff Miedema vertelt over Tweede Wereldoorlog in Zuidlaren

1 mei 2019.01 – De krant van Tynaarlo – Zuidlaarder vindt flesje met zeer giftig goedje bij Noorder Sanatorium

1 mei 2019.02 – De krant van Tynaarlo – Dominee Van Enk uit Vries vertelde waar het op stond

De Stationsstraat in 1931. In het achterste huis woonde destijds Willem Reilingh, die in 1943 door het verzet is doodgeschoten. Driehonderd meter verderop zijn twee verzetslieden als represaille geliquideerd.

In Zuidlaren is het nog altijd een vraag: waarom moest NSB’er Willem Reilingh dood? In ‘Een gedenkwaardige kei’ geeft Goff Miedema eindelijk het antwoord.
Het verhaal begint met een grote kei met een plaquette langs de Stationsstraat. Die ligt op de plek waar op 3 augustus 1943 twee verzetsmensen zijn doodgeschoten door de Duitsers. Met 25 kogels. Luit van der Velde heeft het als jochie van 11 van een afstandje zien gebeuren en het heeft hem nooit los gelaten. Zijn vader had twee keien neergelegd waar nu (sinds 1985) de ‘gedenkwaardige kei’ ligt, een blijvende herinnering aan een van de meest spraakmakende oorlogsgebeurtenissen in Zuidlaren.

Kogels
Carel Kwant en Jan ten Kate waren 39 en 28 jaar en beiden lid van het verzet in Meppel. Bij een razzia bij de farmaceutische fabriek Brocades in hun woonplaats zijn ze gearresteerd, vervolgens in het Noorder Sanatorium in Zuidlaren verhoord en daarna bij wijze van represaille een eindje verderop in alle vroegte doorzeefd met kogels. SS’er Johann Mechels was een van de twee beulen, de man die ook 18 moorden bij Marum op zijn geweten had.
De Duitsers hadden namelijk besloten dat voor elke geliquideerde Duitsgezinde burger drie willekeurige andere burgers zouden worden doodgeschoten. En dat was aan de orde, want op 30 juli 1943 was Willem Reilingh (65) op een stil stukje weg bij Midlaren om het leven gebracht door het verzet. Kwant en Ten Kate hebben Willem Reilingh waarschijnlijk niet eens gekend, maar waren wel de klos.

Liquidatie
En ze waren niet de enigen die de liquidatie van Reilingh met de dood moesten bekopen. Door het omleggen van deze NSB’er haalden volgens Miedema vijf mensen het einde van de oorlog niet.
Drie mannen kregen van het Zuidlaarder verzet opdracht om plaatsgenoot Reilingh (65) te liquideren. Johannes Vis uit Stadskanaal, Jan Boldewijn uit Meppel en de terreinwachter van de Zuidlaarder inrichting Dennenoord Geert Por zouden het klusje klaren.

Machthebbers
Reilingh was een van de 126 NSB-leden, die Zuidlaren in de oorlog telde. Een van de meest prominente leden in het dorp en zeer Duitsgezind. Zijn zoon Robbie kwam om aan het Oostfront. Reilingh was een bijzondere man. Hij was consul in Liberia geweest, bewoonde de riante villa Monrovia aan de Stationsstraat. Hij had een Afrikaans jongetje in huis, waarvan menigeen dacht dat deze wel een soort huisslaaf moest zijn. Voor de deur stond ook in de oorlog een mooie auto, dus moest hij wel goede vriendjes zijn met de nieuwe machthebbers en zeker welgesteld. En hadden diens regelmatige bezoekjes per fiets aan Groningen niet allemaal als bestemming het gevreesde Scholtenshuis, waar de Duitsers iedere verdachte van verzet martelde? De meeste Zuidlaarders waren daar wel van overtuigd, denkt Miedema.
Achteraf blijken het allemaal misvattingen. Reilingh zat financieel aan de grond en zou uit geldnood verhuizen naar Groningen. Het Afrikaanse jongetje behandelde hij als pleegzoon en zeker niet als knecht. En Reilingh had gewoon een kantoor in Groningen waar hij regelmatig aan het werk was.

Doodsbenauwd
Maar die misvattingen hebben uiteindelijk wel geleid tot het besluit van het verzet in Zuidlaren om Reilingh te vermoorden. Of eigenlijk niet van het hele verzet, maar vooral van Arnold van Weringh, de leider van het verzet in Zuidlaren, zo blijkt uit de reconstructie van Miedema.
In het boek dat 3 augustus officieel wordt gepresenteerd doet Miedema omstandig uit de doeken hoe dat is gegaan en ook waarom. Hier volstaat de reden: angst. Het verzet was doodsbenauwd dat Reilingh informatie over het verzet door zou brieven aan de Duitsers. En die angst was volgens Miedema heel reëel en begrijpelijk.

Daders
Toch zijn er wel stevige kanttekeningen te plaatsen bij het liquidatiebesluit, zo laat Miedema weten. „Die angst was terecht en dan kan ik me voorstellen dat je tot zo’n besluit komt. Maar dan moet je wel weten wat je doet. Er zijn fouten gemaakt en dat mag ook wel eens gezegd worden.” Zo blijkt dat Van Weringh niet het in het verzet normale overleg te hebben gepleegd voordat de opdracht werd verstrekt. Volgens Miedema heeft Van Weringh heel veel goede dingen gedaan in de oorlog, maar dit was een onzorgvuldig eigenzinnig besluit.
De Duitsers hadden al vrij snel de drie daders in het vizier. Geert Por en Johannes Vis zijn al op 8 augustus opgepakt en op 20 september bij Witten gefusilleerd. Jan Boldewijn liet zich niet pakken, maar in plaats daarvan is zijn vader geliquideerd. Miedema: „Wat mij steekt is dat er na de oorlog nooit verantwoording is afgelegd over het gebeurde. Dan hadden nabestaanden geweten hoe het gegaan is. Oorlog is tenslotte geen vrijbrief om mensen dood te schieten.”
Een gedenkwaardige kei is het derde boek van Goff Miedema over de oorlog in Zuidlaren. Het is na 3 augustus te bestellen via gofmie@gmail.com

3 juli 2019.02 – Oostermoer – Na zeventig jaar eerherstel voor verzetsheld Ten Haaf

21 augustus 2019 – De krant van Tynaarlo – Noodverordening Noordersanatorium ingetrokken

21 augustus 2019 – HS krant – Man met metaaldetector vindt Russisch gifflesje in Zuidlaren (Noorder Sanatorium)

21 augustus 2019.02 – Oostermoer – Magneetvissen in de vijver van het Noorder Sanatorium blijft verboden

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.